Toelichting op de Evensong van Eerste Paasdag 2025
Op Eerste Paasdag, zondag 20 april, is er geen gewone Evensong, maar een Festival of Lessons and Carols for Easter. Teksten, koor- en samenzang wisselen elkaar af zoals met Kerstmis, maar nu staat het Paasevangelie centraal. In de samenzang zingen we paashymnes zoals Christ the Lord is risen today. Het koor zingt onder andere de volgende werken:
Rise up my Love schreef Healy Willan in de jaren ’30, toen hij verbonden was aan de kerk van St Mary Magdalene in Toronto. Hij kreeg toen steeds meer waardering voor het gregoriaans omdat, zoals hij zei, daarin de accentuering en het ritme van de woorden altijd leidend is. Liturgische muziek moest voor Willan altijd dienstbaar zijn aan de tekst, en in die geest schreef hij zijn Elf liturgische motetten. Daarvan wordt Rise up my Love het meest uitgevoerd. Het is een ingetogen en toch bijna swingende zetting bij de bekende tekst uit het Hooglied: ‘Sta op, mijn liefste, kom toch, mijn schoonste. Kijk, de winter is voorbij. De regen is verdwenen, er staan weer bloemen op het veld. De tijd om te zingen breekt aan; de roep van de tortel klinkt over het land.’
Bij leven was Mary Coleridge (1861-1907) bekend als prozaschrijfster, maar tegenwoordig staat vooral de poëzie van deze achter-achternicht van Samuel Taylor Coleridge in de belangstelling. Componisten als Parry en Charles Villiers Stanford zagen al eerder de kwaliteit van haar gedichten, die rijk aan beelden zijn en vervuld van een zekere melancholie. Ze gaan over liefde, verlies en verlangen; over geloof en over de natuur. Die thema’s komen allemaal samen in When Mary thro’ the garden went. Het is nog maar amper licht in de tuin, geen vogel zingt. De natuur is nog aan het ontwaken, alleen de witte lelies treuren met Maria. Verblind door tranen loopt ze te zoeken. En wordt gevonden.
‘Blijf toch bij ons, want het wordt al avond’, zeiden de Emmaüsgangers tegen hun op dat moment nog onbekende reisgezel (Lu. 24:29). In de Duitse Bijbelvertaling van Maarten Luther klinkt dat als volgt: ‘Bleib bei uns, denn es will Abend werden, und der Tag hat sich geneiget.’ Op die tekst schreef Josef Rheinberger in 1855 het motet dat hem beroemd zou maken. Het was een maand voor Pasen en hij was pas 15 jaar oud. Rond zijn vierentwintigste paste hij het werk nog wel wat aan – ingrijpend zelfs. Het ging de geschiedenis in als zijn Abendlied, opus 69 nr 3.