Op 15 juni, Zondag Trinitatis, is er weer een Choral Evensong in de Nieuwe Kerk Groningen m.m.v. Choral Voices olv Pieter Geert Kole. Voorganger is Tirtsa Liefting, organist Mannes Hofsink. Aanvang om 17.00 uur.
Als introit zingen we Here, O My Lord op een tekst van de Schotse presbyterian dominee en dichter Horatius Bonar. Percy Whitlock, een veelzijdig componist die net zo makkelijk voor de kerk schreef als voor het Pavillion Theatre, de concertzaal van Bournemouth, schreef er een ingetogen, haast verstilde melodie bij in de geest van de tekst: ‘Here would I lay aside each earthly load; Here taste afresh the calm of sin forgiv’n.’
De preces and responses zijn dit keer van de hand van Humphrey Clucas, een veelzijdig componist en zanger, vooral van liturgische muziek. Als componist was hij autodidact, hij combineerde zijn muzikale carrière lange tijd met het leraarschap en schreef bovendien twee dichtbundels en een een drietal misdaadverhalen. Curieus detail: die spelen zich af in Westminster Abbey, waar Clucas in de jaren ’90 meezong als lay vicar. Zoals uit zijn autobiografie blijkt was het niet zijn gelukkigste tijd, maar het leverde dus wel inspiratie
Herbert Murrill staat niet speciaal bekend als een componist van kerkmuziek. Tijdens zijn korte leven schreef hij o.a. twee celloconcerten, een jazz opera en film- en theatermuziek. Hij was ‘musical director’ van een theater in Londen en Head of Music bij de BBC. Toch behoren zijn Magnificat en Nunc Dimittis in E tot de werken die na zijn overlijden in 1952 het meest worden uitgevoerd. Hij schreef ze in het laatste jaar dat hij diende bij de Intelligence Service in Bletchley Park, 1946, net na de oorlog dus. Vurige muziek met veel afwisseling en een upbeat Gloria.
Psalm 8 zingen we in een zetting van Thomas Walmisley. De hymns van vandaag zijn Holy, Holy, Holy en Glory be to God, the Father.
Psalm 150 is al door heel veel componisten op muziek gezet. De versie van Bernard Rose is bepaald niet zoetsappig; met de vele staccato’s klinkt deze lofzang veeleer strijdbaar. Nu was Rose ook wel een strijdbare componist. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak was hij net begonnen aan zijn muzikale carrière bij Queen’s College in Oxford, maar dat weerhield hem er niet van om zich vrijwillig aan te melden bij het Britse leger. Hij vocht o.a. als ‘Desert Rat’ in Egypte en Italie, nam deel aan de landing in Normandie en bracht het laatste oorlogsjaar door in krijgsgevangenschap. Ondertussen vloog zijn vrouw Molly met Spitfires en Wellington Bombers voor de ATA (Air Transport Auxiliary). Deze dienst van burgerpiloten vloog de RAF-vliegtuigen heen en weer tussen fabrieken en onderhoudsstations en de legerbases: zo ontlastten ze de gevechtspiloten. Uiteraard lag dit alles alweer ver achter Rose toen hij in 1980 O Praise God in his Holiness schreef. Maar toch: geen psalm voor watjes.